Ik ben een schaduwdenker! I: technische mogelijkheden (XL)
Mijn broer gaf mij de
tekst van een Huizinga lezing, in 1998 in een kerk in Leiden voorgedragen
door landbouw- en voedseldeskundige prof. dr. ir. Louise Fresco.
Mári vindt dat ik de juiste persoon ben om er
iets over te schrijven.
Fresco's boeken koopt
hij uit principe niet.
Dit is een oude tekst,
maar niets wijst er volgens hem op dat haar ideeën veranderd zijn.
De titel van de lezing: "Schaduwdenkers en Lichtzoekers".
De hoofdletter
"L" kondigt al aan dat we zullen horen (lezen) over een religieus
gemotiveerde groep mensen.
Niet over rationele
(en dus eigentijdse!) denkers.
Zoals ik in mijn vorige blog al schreef was ik na het lezen van dit verhaal nogal in de war.
Ik voelde me, om
precies te zijn, in mijn hemd gezet, vernederd, beledigd,
minderwaardig, verward, gefrustreerd, machteloos en zelfs wanhopig.
Vervolgens vooral
boos.
Echt boos.
Want alles waar ik
voor sta wordt in dit stuk letterlijk gemarginaliseerd.
Niet zozeer afgemaakt
(dat zou gemakkelijker te pareren zijn) maar naar de zijlijn gemanoeuvreerd.
Door een beschaafde en
weldenkende dame, die maatschappelijk overduidelijk
de touwtjes in handen heeft.
Alsof "ons soort
mensen" (de schaduwdenkers) niet werkelijk mee doet.
We zijn immers
achterlijk, want we denken niet rationeel.
Bij wijze van poedelprijs geeft professor Fresco ons nog wel enkele goedgekozen schouderklopjes.
Zo hebben wij zeker
ons nut: we houden de rationele denkers scherp!
Hier en daar hebben
wij zelfs een punt, aldus Fresco.
Net als kleine
kinderen die roepen dat de spruitjes vies zijn.
"Ze zijn
inderdaad een beetje bitter, kindje, maar wel héél gezond! Mama kan het weten,
want mama heeft er zelfs voor gestudeerd. Eet ze nou maar, dan word je later
groot en sterk".
Volgens Fresco vormt het schaduwdenken een "primitieve reactie" op het besef dat de mens niet alles onder controle heeft.
Het grootste bezwaar
ertegen is volgens haar dat "hiermee een crisis wordt gedefinieerd zonder
een realistisch en genuanceerd begrip van de technische mogelijkheden".
Ik ontken niet dat de technische mogelijkheden in deze tijd bijna onbegrensd zijn.
Niet alleen in de
landbouw, maar bijvoorbeeld ook in de bouw.
Met de in deze tijd
beschikbare materialen en technische kennis kun je bijna alles
construeren.
De rankste, elegantste
en ogenschijnlijk zelfs vrij zwevende staalconstructies.
Een enkele keer zien
we het resultaat van deze mogelijkheden, in de vorm van een toonaangevend
museum, of een representatief kantoor van een multinational, zoals Unilever.
Een multinational
waarvan Fresco toevallig (minder toevallig?) "non-executive director"
is.
Kantoor De Brug (zie
afbeelding) aan de Maas in Rotterdam is met zijn grote overstek een
technisch hoogstandje en prachtig om te zien.
Moderne technologische
mogelijkheden op hun best, zullen we maar zeggen.
1. Kantoor De Brug, Unilever, Rotterdam, 2015 (foto Mári Glas) |
Maar in 'op gladijs' schreef ik over de oude Groningse graanschuren, die rap worden
vervangen door of verdwijnen achter kolossale nieuwe schuren.
Want ten gevolge van het
Europese landbouwbeleid kunnen boeren alleen overleven door telkens opnieuw uit
te breiden en gebruik te maken van telkens nieuwe en weer grotere machines.
Die machines passen helaas
niet zo efficiënt in de oude graanschuren, want daar staan kolommen in.
In het ergste geval kost
het onderhoud van zo'n vaak 200 jaar oude schuur dus meer dan de schuur
opbrengt, en breekt men de oude schuur af.
Want waarde is: het
verschil tussen inkoop en verkoop.
Financiële opbrengst dus,
en niets anders.
Voor de nieuwe boerenschuren, gebouwd door particulieren, is natuurlijk minder geld dan voor een museum of een hoofdkantoor van een multinational.
Slechts een enkele
akkerbouwer - niet toevallig vaak een producent van teelaardappelen die op het
erf door inkopers uit de hele wereld wordt bezocht - haalt er een architect
bij, die wél goed nadenkt over de plek, de vorm en de materialen.
Maar meestal beperkt het
gebruik van de (immense!) technische mogelijkheden zich tot bruut vertoon van
kracht.
Waar oude schuren zo
gevormd werden dat de wind er geen vat op had, zijn de huidige constructies
immers sterk (grof!) genoeg om zelfs de goedkoopste (maar volgens alle moderne
bouwvoorschriften gebouwde) schoenendoos tegen een zuidwesterstorm te
beschermen.
Ik heb geen foto van zo'n schuur, en Mári evenmin.
Op dit moment ben ik in
Rotterdam, bij mijn broer.
Op internet kunnen we ook
niets vinden, hoe we ook zoeken.
Teken aan de wand:
blijkbaar fotografeert niemand deze nieuwe schuren.
Toch staat het Groningse
Hogeland er inmiddels vol mee.
Een foto houdt u te goed,
zodra ik weer in Groningen ben.
In die nieuwe schuren broeden geen uilen.
Ze zijn onherbergzaam, en
zelfs het menselijke oog vindt er geen houvast.
Mensen fietsen er met
afgewende blik langs.
Inmiddels heb ik een foto
gemaakt.
Onderstaande schuur (zie
afbeelding 2) is in 2015 in de plaats gekomen van een oude
"tweelingschuur".
In no time was de oude schuur
afgebroken, en vervangen door dit exemplaar.
Ziedaar de hedendaagse
toepassing van de onbegrensde technische mogelijkheden.
2. Moderne boerenschuur, gemeente de Marne, Groningen. Foto Mila, 2016 |
Otto merkte op: het is met
die technische mogelijkheden alsof je met een technisch perfecte auto - met een
maximum snelheid van meer dan 300 km per uur - op een Nederlandse snelweg
rijdt.
Wat heb je aan zo'n auto
als je er niets mee kan?
Zolang er geen
puntenrijbewijs is ingevoerd, kan de eigenaar er voor kiezen om een iets groter
(maar in het geval van de eigenaren van dit soort auto's nog altijd
verwaarloosbaar!) deel van zijn inkomen aan bekeuringen uit te geven.
Wie geld heeft, kan harder rijden.
Of een werkelijk moderne
schuur bouwen onder architectuur, en daarbij het oude erfgoed opknappen en
behouden.
Of een mooi hoofdkantoor
bouwen.
Wie dit niet doet kan
altijd biechten: ik had Geen Geld.
Maar nu heb ik het uitsluitend over financiële beperkingen.
Ik had het er met Mári over
(ja broertje, jij zult ook je nek uit moeten steken!): het gebruik van de
technische mogelijkheden is vooral een kwestie van sociologie, en van politiek.
Van keuzes dus.
De technische mogelijkheden
zijn er, inderdaad.
Wij schaduwdenkers hebben
hier een "realistisch en genuanceerd" (Fresco) begrip voor.
Maar wij zijn doemdenkers
als het op de toepassingen aan komt.
Volgens Fresco heeft Technologie (let op de hoofdletter!) de Goden vervangen.
Verlangen naar de oude
Goden is nostalgie.
Maar ons bezwaar gaat over
het primitieve gebruik van de moderne technologie.
Met een mes kun een appel
schillen, maar je kunt er ook iemand mee dood steken.
Met technologie is het niet
anders.
Technologie is niets meer
of minder dan gereedschap, in handen van de mens.
De mens meent vervolgens de
Goden te kunnen vervangen.
Maar welke mens?
Een elite van
(zelfverklaarde) halfgoden, zoals Luyendijk (zie: "Dit kan niet waarzijn", juni, Zeg, Mári G. las 't!) die beschrijft?
Of alle mensen, volgens een
democratisch proces?
Het gebouw van Unilever is een mooi voorbeeld van PR.
Een elegant hoogstandje,
maar niet wat je noemt representatief.
Want achter multinationals
als Unilever gaat een geheel andere werkelijkheid schuil.
In mijn volgende stuk(ken) probeer ik de vinger te leggen op de werkelijke bezwaren van Fresco, tegen de schaduwdenkers.
Reacties
Een reactie posten