Bouwen op het strand
Vanaf de dijk achter ons dorp zien wij het
eiland Schiermonnikoog, dat afgelopen week het journaal haalde.
Helaas.
Want voor natuurparken geldt: geen nieuws is
goed nieuws.
Er is daar namelijk "niets" en er
gebeurt "niets".
Houden zo!
Het nieuwsbericht ging over proefboringen naar
gas, in een natuurpark, werelderfgoed nota bene.
Verbijstering alom.
"De status van natuurpark is een
farce", zei iemand.
"Alles gaat kapot", verklaarde een
ander.
Een derde merkte op dat het strand
"voorbij paal 10" nog één van de weinige plekken in Nederland is waar
je je echt alléén kunt wanen.
In een oneindig lijkende wereld.
Een vrouw uit België was al veertig keer op
het eiland geweest.
De interviewer vroeg door: moest ze daarvoor
zo ver reizen?
Was er in België dan niets vergelijkbaars te
vinden?
Al snel deinsde de vrouw voor de camera terug:
"U vindt mij een oude zeur!".
"Helemaal niet", riep de
interviewer.
In een ander programma, enige tijd geleden,
eveneens Belgen op een Nederlands strand.
Mári belde me eerder op die dag.
Hij had met Otto en Druif (Otto's Ierse
setter) op het strand gewandeld en juist ontdekt dat ze bij Hoek van Holland
vakantiehuizen aan het bouwen waren.
Op - óp! - het strand:
Landal parken, Beach villa's Hoek van Holland |
Niet de eenvoudige houten strandhuisjes die
elk voorjaar verschijnen en in het najaar weer netjes worden afgebroken.
Wel: huizen met verdiepingen, hoewel 'onder architectuur
gebouwd' (volgens Mári).
Maar mijn architectenbroertje had ze (hoewel
aardig om te zien) alleen maar kort en klein willen slaan.
Permanente woningen, op dikke betonnen palen.
Niet permanent bewoond, maar wél permanent
aanwezig.
Op het stránd!
Diezelfde avond vertelden enkele Belgen op TV
dat zij het strand in Zeeland bezochten omdat in België de meeste stranden al
verziekt waren.
Maar nu verrezen dus op het Zeeuwse strand óók
al tientallen permanent
aanwezige vakantiewoningen.
De wethouder van het bewuste Zeeuwse dorp kwam
in beeld.
Het bouwen van de woningen was goed geweest
voor de werkgelegenheid in het dorp, verklaarde zij.
Want hoe gaat dat?
Gemeentes zijn nu zelf verantwoordelijk voor
hun uitkeringsgerechtigden.
Maar er is geen geld.
Enige oplossing: werk.
Maar ook werk mag de gemeente niks kosten.
Want er is geen geld.
Dan komt de samenwerking tussen "public
and private" in beeld, die volgens Mári zo in de mode is.
Ontwikkelaars hebben namelijk wél geld.
Ik meende hun vreugdekreten al van verre te
horen.
Als een stel halsbandparkieten in een appelboom
waarin de appels zojuist glanzend rood geworden zijn.
Ze nemen een hapje, waarna ze de volgende
appel proberen.
"Bouwen op het strand! Beste wethouder,
we dachten dat u het nóóit zou vragen!"
Smikkel smekkel smak.
De strandhuisjes liggen op het strand, dicht bij zee. Wakker
worden van het geruis van de golven, ontbijten met zeezicht, een verfrissende
duik in de Noordzee of een fijne wandeling door de duinen. 's Avonds de zon in
de zee zien zakken... Wat wil je nog meer? (...) Het huisje is volledig
geïsoleerd met verwarming; ideaal in het voor- en naseizoen! De bagage wordt
bij het strandhuisje gebracht en parkeerplaatsen zijn vlakbij.
Ja, dát wil wel.
Daarbij zijn de ruimtelijke ordeningswetten de
laatste jaren eveneens versoepeld.
Met dank aan minister Melanie Schulz, die
(naar eigen zeggen) een heerlijke onbekommerde jeugd in...België had.
De veranderingen komen erop neer dat gemeenten
nu meer te zeggen hebben over hun eigen omgeving, en de landelijke overheid
minder.
Bingo!
Bouwen op het strand, nét als in België.
Want dát is goed voor de plaatselijke
werkgelegenheid.
Nou ja, vandaag.
Want de vraag is natuurlijk of er mórgen nog
iemand komt, naar dat strand in Zeeland.
Behalve die paar geluksvogels dan, die zo'n
huisje kunnen betalen.
Mári was woest zoals alleen mijn broer (en
mijn zusje Ira) maar kan zijn.
Otto haalde zijn schouders op en liet zijn
vertrouwde riedel horen ("een bak stront en een emmer pis, dat is alles
wat een mens is").
Druif had achteloos tegen de betonnen palen
aan gepist.
De wethouder gaat met zijn/haar tijd mee en
geeft rondjes zonder de beurs uit de tas te halen.
Een handvol welgestelde individuen "wordt
wakker van het geruis van de golven" en zet de tassen alvast klaar, opdat
deze door derden naar de parkeerplaats worden gedragen.
Natuurminnende Belgen wijken binnenkort naar
de Noordpool uit voor een blik op de oneindige horizon.
En ik?
Ik voel me als de Belgische vrouw bij
Nieuwsuur en deins terug voor het felle licht.
Ze vinden me vast een oude zeur.
"Zou ze in de overgang zijn?"
Desnoods.
Nee Mári, het verhaal van de professor uitWageningen ("Op glad ijs", mei) heb ik nog niet gelezen.
Op dit moment denk ik liever aan de beroemde
regels van William Blake:
To see a World in a Grain of Sand
And a Heaven in a Wild Flower
Hold Infinity in the palm of your Hand.
And Eternity in an hour
Bij wijze van troost.
Reacties
Een reactie posten